Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Jezus, hen tot Zich geroepen hebbende, zeide tot hen: [33]Gij weet, dat degenen, [34]die geacht worden oversten te zijn [35]der volken, heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken macht over hen. 33. Zie hiervan ook Matth.20:25. 34. Of, die zich laten dunken (er voor gehouden willen worden). 35. Anders, der heidenen.